Column: Muscle Memory

Actueel

di 15 nov 2022 – Guido van de Wiel

Nu de koudere dagen aanbreken is het tijd om de gashaard ’s avonds weer wat vaker aan te steken. Terwijl we vóór de oliecrisis deze gashaard eigenlijk drie seizoenen per jaar op de waakvlam lieten staan, zetten we de gashaard nu bij niet-gebruik wat vaker uit. Iets met prijzen en duurzaamheid.

De gashaard heeft eigenlijk geen handige aan- en uitknop. Het apparaat is waarschijnlijk ook niet met die functionaliteit voorop ontworpen. Mijn vrouw vroeg me laatst hoe die gashaard nu eigenlijk aan moest. Blijkbaar waren de taken zo gegroeid dat alle kennis over de (gas)haard ontsteken bij mij aanwezig was. Maar nu we de gashaard vaker uit en aan zouden gaan zetten, vond mijn vrouw het – heel logisch – ook wel handig als zij wist hoe dit systeem werkte. Ik merkte: in woorden kon ik vanaf mijn zitplek aan tafel niet uitleggen wat ik eigenlijk precies deed als ik mijn hand in het klepje stak. Ja, klepje open en …. ‘Moet ik de voorste of achterste knop hebben?’ vraagt mijn vrouw, terwijl ze op haar knieën zit en met haar hand het binnenwerk aftast. Tsja, goede vraag…. Voorste of achterste knop… ‘De achterste knop,’ mijn stem klinkt overtuigender dan ik ben. ‘Die indrukken en dan draaien.’ ‘Naar je toe of van je af?’ Eh. Tsja. Vanaf de tafel lukte het me niet goed om haar de juiste instructies te geven. Niet omdat zij ze niet goed opvolgde, maar omdat ik niet precies wist wat ik nu eigenlijk deed. Ik kon de instructie feitelijk pas geven, nadat ik zelf op mijn knieën de hele handeling gedaan had bij de gaskachel. Door de handeling zelf uit te voeren, brandde de gashaard binnen een paar seconden. Maar wat dééd ik eigenlijk in die paar seconden? Oh ja, en ik houd hem ingedrukt. In principe draai ik die achterste knop van mij af… Behalve als ik weerstand voel, dan check ik eerst of ik hem nog verder in kan drukken. Is dat het geval, dan moet ik hem juist even naar de andere kant draaien. En dan kan ik de knop steeds weer een stukje op en neer draaien. En hoor ik ‘tik, tik’ van de ontsteker. Dan nog iets: de eerste keer ontbrandt-ie eigenlijk nooit, want er moet wel even voldoende gas zijn om de vonk over te laten gaan in een echt vlammetje.

Ik kon het niet uitleggen, maar ik kon het wel doen. Zie hier de vloek van eigenlijk elk dier in ons dierenrijk. We zijn onbewust bekwaam in een hele hoop zaken. Muscle memory. De spieren weten beter wat er gedaan moeten worden dan onze bewuste geest.

Als ik mijn pincode moet geven, zie ik mezelf niet feitelijk het nummer opdreunen, maar toets ik op een denkbeeldig toetsenbordje op een tafel het nummer even in. Niet voor niets gaat dat prompt even fout als in een of ander buitenland de nummering van de getallen niet op dezelfde wijze is ingedeeld als bij mijn oude vertrouwde Geldmaat. Mijn vingers weten de code. Mijn hersenen lezen de nummers af die horen bij de beweging. Als iemand mij vraagt naar welke kant ik de knop van de verwarming moet draaien om de radiator uit te doen, zie ik mezelf eerst die draaibeweging met één hand in het luchtledige maken, om daarna te kunnen zeggen dat dat met de klok mee is. Veel van onze wijsheid is in onze spieren opgeslagen. Het weten komt in het handelen pas tot uitdrukking.

Het is bijna een existentiële vraag: waar bevindt zich het geheugen in een organisatie? Niet zozeer in procedures of in notulen. Daar kunnen hele wijze dingen in staan. Alhoewel: meestal niet. Het echte geheugen in een organisatie bevindt zich in het handelen dat alle medewerkers in de loop der jaren met elkaar hebben opgebouwd. Willen we een wijziging in het rooster aanbrengen, dan regel je dat niet bij het MT-lid dat er formeel verantwoordelijk voor is, maar bij Gerda op vrijdag, omdat zij ook bij het systeem kan en altijd pragmatisch meekijkt of dat wel kan, in plaats van standaard ‘nee’ te verkopen of zich te beroepen op de formele aanvraagtermijn van twee weken. In het restaurant waar ik als student werkte, zetten we de drank die het eerste op moet, aan het begin van de shift vooraan in de koelkast. First in, first out. Aan de droge, warme theedoek die standaard op het warme rooster bovenop het koffieapparaat ligt, droog je je handen niet af, want dat is de doek waarmee je je glazen poleert. Met een en hetzelfde sopje deden we eerst de bar en dan de grond. Niet andersom. Logisch dat je dat zo doet. Voor jouzelf. Maar niet voor nieuwe mensen. Je gaat al dit soort vanzelfsprekendheden pas als wijsheid herkennen, wanneer nieuwe medewerkers  – zonder die bagage of zonder dat inzicht – ineens hun eigen varianten laten zien. De eerste week barman is een barre tijd. Je ziet de hygiène via sopje of poleerdoek met lede ogen verdwijnen bij het inwerken van nieuwe mensen. En de voorbeelden zijn niet beperkt tot de horeca.

Wanneer je als leraar de aandacht nog even wilt van je leerlingen, dan wacht je met het uitdelen van de huiswerk-opdracht op papier. Deel je die toch eerder uit, dan zul je merken dat je de aandacht kwijt bent. De meeste van deze impliciete regels staan nergens opgeschreven, maar worden je vroeg of laat bijgebracht. Door je collega’s, door je baas, door het weerwoord van een gast in het restaurant of door het gedrag wat leerlingen laten zien.

Pas als je je bewust wordt van al deze muscle memory, maak je de wijsheid die in dat handelen verscholen ligt, overdraagbaar. Pas dan kun je dat soort belangrijke kennis als een lopend vuurtje rond laten gaan. En is iets eenmaal een lopend vuurtje, dan zit je er – leve de aangestoken gashaard – steeds vaker warmpjes bij.


Guido van de Wiel (Wheel Productions) is organisatiepsycholoog, (schrijf)coach en ghostwriter. Hij is onder meer verbonden aan Verdraaide organisaties en de Veranderbrigade. Vorig jaar verscheen bij Kloosterhof zijn boek Van meetbaar naar merkbaar, van duurzaam naar dierbaarEerder schreef hij boeken zoals Durf het verschil te maken (i.s.m. Merlijn Ballieux), Organiseren met toekomst en Innoveerkracht. www.wheelproductions.nl