Tien, twintig, dertig of zelfs veertig jaar voor dezelfde werkgever werken: voor de oudere generatie op de arbeidsmarkt is dat de normaalste zaak van de wereld, jongeren zullen zo’n jubileum niet snel halen. Waarom is dat zo?
Terwijl de generatie van hun ouders nog regelmatig een groots jubileum bij een werkgever viert, is het voor twintigers en dertigers onvoorstelbaar om zo lang voor één en hetzelfde bedrijf te werken. Hoe jonger de werknemer, hoe korter ze een baan houden, blijkt uit cijfers van het CBS. Dat is niet gek: volgens experts veranderde er de afgelopen decennia veel op de arbeidsmarkt. Zij zien een duidelijke verschuiving in de manier waarop werkgever en werknemer met elkaar omgaan.
Uitgestippeld carrièrepad
Bij traditionele carrières was het pad voor je uitgestippeld. Destijds had die manier van werken genoeg voordelen, vertelt loopbaancoach Eline Toet: ‘Werkgevers en werknemers maakten een onuitgesproken afspraak: werkgevers boden veiligheid en zekerheid, werknemers gaven daar loyaliteit voor terug. Dat leverde voor beide partijen een gunstige situatie op.’
Maar volgens prof. dr. ir. Maroesjka Versantvoort, die voor het Sociaal en Cultureel Planbureau en de Protestantse Theologische Universiteit onderzoek doet naar de veranderende arbeidsmarkt, was die loyaliteit vroeger belangrijker dan nu. Ook is met zo’n afspraak anno 2024 geen sprake meer van een win-winsituatie. Bedrijven kunnen de jonge(re) generatie geen 40 jaar zekerheid meer bieden. Daar is de tijd te onzeker voor, zegt Toet. ‘Bovendien gaan ontwikkelingen te snel: niemand weet waar hij of zij over een paar jaar staat.’
Daardoor is er behoefte aan een compleet ander systeem, waarbij bedrijf en medewerker een kortdurige afspraak aangaan. De werkgever verschaft kansen en ontwikkelingen, de werknemer belooft in ruil daarvoor hard te werken zolang zijn contract loopt. Na een paar jaar komt er vaak een einde aan die samenwerking en gaan beiden op zoek naar nieuwe kansen.
Andere definitie van succes
De veranderingen in de arbeidsmarkt zorgen volgens Toet ook voor een andere definitie van succes. Vroeger volgde iedereen hetzelfde ontwikkelingspad. Steeds meer salaris, hogere functies, een mooier bureau en een duurdere auto waren toen tekenen van een succesvolle carrière. Nu kijken werknemers veel meer naar individuele ontwikkeling: waar worden zíj́ blij van en wat is voor hén een succesvolle loopbaan?
Toet noemt het een positieve ontwikkeling, en bovendien een hoognodige. ‘Zonder die nieuwe definitie van succes houden werknemers het niet tot hun zeventigste vol. Het nieuwe model is een niet te ontkennen proces dat wat mij betreft kan worden toegejuicht.’
De andere kant van de medaille
Dat klinkt allemaal heel positief, maar volgens Versantvoort hebben de verschuivingen in de manier van werken ook een negatieve kant. De huidige arbeidsmarkt, waarin er al jarenlang krapte heerst en er niet genoeg werknemers zijn voor de essentiële sectoren, vraagt volgens de hoogleraar om een herinrichting.
Nog kortere arbeidscontracten zijn volgens haar niet de oplossing: ze vraagt zich zelfs af of we niet terug moeten naar de oude situatie waarin mensen langer op één plek bleven. ‘Werknemers kunnen vrijheid en geluk wel belangrijker vinden dan loyaliteit, maar we moeten ook kijken naar een brede welvaart voor de gehele samenleving. Continue krapte op de arbeidsmarkt helpt daar niet bij, want het moeten vervangen van arbeidskrachten is allesbehalve kosteloos.’ Dat geldt niet alleen letterlijk, maar ook figuurlijk: er gaat bij bedrijven veel essentiële ervaring en kennis verloren wanneer mensen te snel van baan wisselen.
Versantvoort ziet ook negatieve sociale aspecten aan de veranderingen: hoe korter collega’s samenwerken, hoe minder sterk het teamgevoel kan zijn. En dat heeft uiteindelijk grote gevolgen, zoals minder gemotiveerde werknemers en juist een gebrek aan werkgeluk.
Of teruggaan naar de oude situatie nog mogelijk is volgens Versantvoort? Dat betwijfelt ze. Er moet volgens haar een middenweg worden gevonden, die zowel de normen en waarden van werknemers ondersteunt als de arbeidsmarkt gezond houdt. (bron: Intermediair)