5 inzichten uit de gedragswetenschap
Waarom zijn we vaak enthousiast aan het begin én eind van een traject, maar zakt onze inzet halverwege? Dit zogenoemde ‘middenprobleem’ werd treffend geïllustreerd door psycholoog Ayelet Fishbach met een knipproef: mensen knippen een reeks papieren figuren, waarbij de aandacht verslapt tijdens de middelste vormen.
In haar boek Get It Done (2022) biedt Fishbach wetenschappelijk onderbouwde strategieën om gemotiveerd te blijven – juist wanneer het moeilijk is. Vijf daarvan lichten we hieronder toe, met praktische voorbeelden.
1. Maak je doelen concreet en meetbaar
Vage voornemens leiden tot vage inzet. Formuleer doelen zo specifiek mogelijk. ‘Ik wil vaker sporten’ motiveert minder dan: ‘Ik wil binnen drie maanden vijf kilometer in 30 minuten kunnen lopen’. Concreetheid voorkomt dat je blijft hangen in intenties en vergroot de kans dat je in actie komt.
2. Houd het leuk: focus op intrinsieke motivatie
Wat je leuk vindt, houd je langer vol. Intrinsieke motivatie – iets doen omdat je het graag wilt – is sterker dan extrinsieke druk. Maak de route naar je doel dus aangenaam: luister een goede podcast tijdens het hardlopen of combineer sporten met een activiteit die je plezier geeft.
3. Beslis in brede lijnen
Dagelijkse verleidingen (een snack hier, een excuus daar) tellen op. Door beslissingen in grotere kaders te nemen – bijvoorbeeld wekelijks je lunch plannen – voorkom je dat losse keuzes je ondermijnen. Deze ‘bundeling’ vergroot je zelfcontrole en laat eerder ongewenste patronen zien.
4. Plan vooruit voor betere keuzes
Wanneer we nu kiezen voor iets dat pas later plaatsvindt, maken we rationelere keuzes. Zo kiezen mensen liever voor een betere optie met wat vertraging dan voor directe bevrediging. Gebruik dit door vooraf te plannen, zodat je minder vatbaar bent voor impulsen onderweg.
5. Doe het samen
Samen doelen nastreven vergroot betrokkenheid en motivatie. Denk aan het echtpaar Curie, dat samen onderzoek deed en een Nobelprijs won. Je inspireert en ondersteunt elkaar, wat helpt om het doel niet uit het oog te verliezen – vooral als de motivatie even zakt.
De sleutel tegen het middenprobleem
Fishbachs oplossing is verrassend eenvoudig: houd de middentijd kort. Denk in weken, niet in maanden of jaren. Plan bijvoorbeeld je sportdoelen per week in plaats van voor een kwartaal. Zo blijft de finish dichtbij en voorkom je motivatieverlies onderweg.
Na het doel: hoe blijf je gemotiveerd?
Een vaak vergeten fase is wat er gebeurt ná het behalen van een doel. Onderzoekers Aaker en Huang (Stanford) laten zien dat motivatie snel kan afnemen zodra het doel bereikt is. In hun studies verloren deelnemers hun positieve gevoelens over het doel zodra ze het gehaald hadden.
Toch is dit moment cruciaal. Als mensen geen nieuwe doelen stellen of niet reflecteren op hun persoonlijke groei, verdwijnt ook het constructieve gedrag dat leidde tot succes.
Van doel naar gewoonte: focus op groei
Duurzame motivatie komt voort uit het zien van ontwikkeling. Vraag jezelf of je team: Wat is er veranderd door het bereiken van dit doel? Welke vaardigheden of gewoonten heb je opgebouwd? Wanneer je je groei erkent – bijvoorbeeld door actiever te leven of gezonder te eten – blijft het gewenste gedrag bestaan, ook zonder extern doel.
Tot slot
Motivatie is geen constante stroom, maar iets dat komt en gaat. Door bewuste keuzes, intrinsiek plezier, sociale steun en aandacht voor persoonlijke groei kun je die stroom wél richting geven – zowel in het begin, het midden als na het einde van een traject. (gebaseerd op: MT/Sprout)
Referentie
Fishbach, A. (2022). Get it done: Het geheim van motivatie en dingen gedaan krijgen zonder stress. VOLT.