Actueel
Column: 7 lessen in client carving
Ultiem aansluiten bij de klantdi 09 mei 2023 - Guido van de Wiel
De afgelopen meivakantie was ik met onze zoon Bram een paar dagen naar Duitsland. Terwijl Brams zus Sterre zat te blokken in voorbereiding op haar Centraal Examen en mijn vrouw de honneurs thuis waarnam, gingen wij – Bram en ik – een paar dagen lang “mannendingen” doen. Waaronder een tweedaagse cursus skiën in de skihal van Neuss.
De meest voor de hand liggende keuze was dat ik zou gaan snowboarden, aangezien ik daar de uitrusting voor heb en die vaardigheid ook onder de knie heb. Maar het leek ons juist leuk om samen iets te doen wat we allebei nog niet konden. Dus hadden we een tweedaagse ski-cursus geboekt. Tijdens deze cursus leerde ik niet alleen skiën, maar kreeg ik ook een inkijkje in de pedagogische kracht van hun aanpak, die in 7 lessen eenvoudig te vertalen zijn naar organisaties die behoefte hebben om ultiem aan te blijven sluiten bij hun klant. Het geheim van client carving? Ontmoet de ander waar hij is, niet waar jij vindt dat hij zou moeten zijn.
1. Differentiëren tussen verschillende niveaus
Wat van meet af aan bij de skicursus opviel was het enorme enthousiasme en de betrokkenheid van onze skilerares Kate. Je voelde je geen nummer of de zoveelste groep: zij gaf eenieder van ons de volle aandacht. Met een klein groepje van vijf personen is dat natuurlijk ook mogelijk. Toch was het bijzonder hoe ze wist te differentiëren én haar aandacht bleef verdelen. Er was één vrouw bij die het duidelijk wat eng vond en een man die de basistechnieken lastig onder de knie kreeg. Die twee cursisten gaf ze ieder de broodnodige extra aandacht. Maar zodra ze deze cursisten op een niveau had dat zij zelfstandig en veilig iets konden oefenen, ging ze juist met de rest van de cursisten een stapje verder. Zodra wij daar de instructies voor hadden gehad en ze inschatte dat wij weer verder konden, meldde ze zich weer bij de slow starters. Zo wist ze te differentiëren tussen verschillende niveaus en voelde niemand zich verwaarloosd. Een vaardigheid waar menig leidinggevende nog een puntje aan kan zuigen.
2. Inlevingsvermogen: zelfde plek, andere condities
Op dag 2 kregen we een andere leraar, Maxi genaamd. In het begin baalde ik daarvan, want we waren zo tevreden over Kate geweest. Maar ook deze Maxi bleek een pedagoog in hart en nieren. Het begon al meteen met zijn eerste praatje. Hij stelde iedereen bij voorbaat gerust dat we misschien niet meteen het niveau zouden aantikken dat we gisteren hadden bereikt. De piste was nu immers opnieuw geprepareerd en was daarmee sneller en gladder dan we gisteren aan het eind van de dag gewend waren, toen er immers inmiddels veel meer losse en rulle sneeuw lag. Deze opmerking getuigde van het nodige inlevingsvermogen en hielp ons zien dat de locatie en de spullen weliswaar hetzelfde waren, maar de condities toch heel anders. Ook in organisaties is het de kunst om de unieke condities te lezen en sensitief te blijven voor de timing van wat je wanneer doet. Op het moment dat de koning twee weken voordat hij Koningsdag in Rotterdam viert in een podcast vertelt dat hij voor Ajax is, dan is dat niet handig. Dat is juist een voorbeeld van context-ongevoelig leiderschap. Net als een managementtrainer die ik eens het voorbeeld van Ajax als succesteam hoorde noemen in een training voor het Havenbedrijf Rotterdam. Om precies dezelfde reden niet zo handig. Wees je ten diepste bewust van de context en van de veranderingen die er ten opzichte van de laatste keer zijn opgetreden. Pas je functioneren daarop aan.
3. Teaming-up
Doordat Maxi ieder van ons, aan het begin van dag 2, zonder specifieke opdracht de piste af liet gaan, had hij direct een feilloos oog voor welke cursist welke hulp nodig had. Pas toen hij zag waar ieder van ons zich bevond, gaf hij ons gerichtere instructies. En net als Kate, zag ook Maxi zich gesteld voor een groep waarin de onderlinge niveaus nogal afweken. Nadat hij ieder van ons een aantal runs had laten doen om weer aan de sneeuw - en de veranderde condities – te laten wennen, koppelde hij ons als verst gevorderden aan de twee meest behoedzame cursisten. Twee setjes van twee personen. De beste van het tweetal voorop en zo samen, bochtjes draaiend, naar beneden. Eenmaal onderaan legde hij de pedagogische kracht van deze oefening uit. Voor de snelsten, die de neiging hebben nog sneller te gaan, is het een oefening in beheersing; de langzamere cursisten worden juist meegetrokken door de beteren om wat meer snelheid te maken. Zij zetten wat sneller hun bochtjes in en wonnen zo wat meer snelheid om naar beneden te komen. Voor beide groepen geldt dat we beter werden in onze techniek. Bram en ik werden minder roekeloos, de andere twee werden juist wat meer uitgedaagd. Omdat we een gezamenlijk midden moesten vinden in onze snelheid, vonden we een optimum in zowel veilig als vlot.
Deze teaming-up versnelt het leren niet alleen op de piste, maar ook op het werk. Het is de basis van het gilde-denken, van junioren en senioren die samen een klus doen. Er vindt in dit soort verbanden veel meer overdracht van kennis plaats dan wanneer je alleen in de echo chamber van mensen met je eigen niveau blijft hangen.
4. Individuele aanwijzingen
In de loop van de tweede dag ging Maxi met ons tot in de nok van de hal. Ook het steilste stukje werd ons toevertrouwd. Daar gleed ik weg en alleen met hangen en wurgen kwam ik beneden. Daarop kwam Maxi naar me toe: ‘Guido, puur voor jou heb ik een individuele oefening. Ik wil dat jij de volgende keer dat je je bochtjes gaat draaien je handen in je zij plaatst. En blijf je gewicht in de bochten steeds naar je dal-been verplaatsen.’
Zo gezegd, zo gedaan. Ik zette mijn handen in mijn zij en maakte in iedere bocht van mijn bovenlijf een banaan. En meteen voelde ik dat het veel beter ging, juist door die handen in mijn zij. Ik slipte niet weg en maakte betrouwbare bochtjes. Eenmaal beneden vroeg ik wat hij nu precies gedaan had. Maxi: ‘Ik vind het leuk om heel nauwkeurig te kijken wat ieder van jullie nodig heeft om beter te worden. Jij tordeerde met je bovenlijf. Door die handen in je zij, voorkom je dat je te veel gaat wringen met je bovenlijf, je houdt een veel betere houding en daarmee ontwikkel je automatisch veel beter druk op je dalski. Dat is wat je gemerkt hebt.’ De juiste individuele aanwijzing is magisch voor ontwikkeling. Voor de een gaat het erom dat hij de voorpunten van de ski’s dicht bij elkaar houdt als hij remt, voor de ander om niet naar achteren te gaan hangen bij een helling vanuit angst. Wat is de laatste keer geweest dat je op je werk je medewerkers individuele opdrachten hebt gegeven die aansluiten bij wat juist ieder van hen te leren heeft?
5. Omgeving en moeilijkheid
Naast het spelen met individuele aanwijzingen wist Maxi ook te spelen met de omgeving. De eerste keer sprongen maken met ski’s aan, deden we onderaan de helling waar het geheel en al vlak was. Bovenaan de piste waar het steil was, deden we juist behoedzame en gecontroleerde roetsj-oefeningetjes, waarbij we onze dwarsgeplaatste ski’s stevig met de rand in de sneeuw drukten om steeds weer tot stilstand te komen. Maxi vertelt: ‘Ik ben er voorstander van om een moeilijke oefening te doen op een makkelijk stuk van de piste of een makkelijke oefening op een moeilijk stuk van de piste.’ Voor mij was het een openbaring dat je de zone van naaste ontwikkeling op twee manieren kunt opzoeken. Ofwel door bewust een moeilijkere context op te zoeken en zo de moeilijkheidsgraad op te voeren of door de vaardigheden juist op te breken tot eenvoudigere stapjes als de omgeving zelf al uitdagend genoeg was. Logisch, maar op die manier had ik er nog nooit over nagedacht. Ik wist meteen wat me te doen stond bij een complexe klus op mijn werk. Een eenvoudige, stapsgewijze aanpak. Moeilijker werk creëren onder eenvoudige condities, maar ook: eenvoudiger werk creëren onder moeilijke condities.
6. Client carving: aansluiten bij waar ik was en wilde zijn
Toen ik dankzij de handen in mijn zij, een betere gewichtsverplaatsing realiseerde op mijn ski’s, begon mijn ervaring die ik vanuit het snowboarden had, door te sijpelen in het skiën. Ik kreeg de smaak te pakken toen ik merkte dat ik ook met ski’s kon carven. Door je binnenkant van je voet naar de sneeuw te drukken, kon je de bochten in een snijdende beweging maken. De zijkant van je ski deed het werk. Het nadeel? Je remde amper. Maar de basis van dit carven had ik door en ik had ook niet het gevoel dat ik de controle dreigde te verliezen. Ik vertelde dat tegen Maxi in de lift en hij zei: ‘Ja, ik zag het al.’ Om mijn carve-techniek te verbeteren, had Maxi een oefening in petto. In plaats van mij terug te fluiten en te zeggen “Hoho, dat carven hoort niet bij deze cursus!”, sloot hij aan bij mijn behoefte en gaf me een gerichte oefening. Eén hand naar voren als Superman en één hand in mijn zij. En dat dan per bocht wisselen. Met deze oefening ontwikkelde ik per direct meer stabiliteit en kon ik mijn beginnende carve-techniek naar een volgend level brengen.
In plaats van job carving, waarbij je je baan aanpast aan jouw mogelijkheden, wensen en behoeften was dit een letterlijke en figuurlijke vorm van “client carving”. Maxi beluisterde en zag wat ik wilde, hij keek naar wat ik bijna kon en daar sloot hij bij aan. Niet het lesprogramma stond centraal, maar waar ik aan toe was en wat mij hielp op mijn volgende stap te zetten. Op eenzelfde manier zie ik bijvoorbeeld in de zorg ontwikkelingen in patiëntgerichte aanpakken. Mensen met vergelijkbare medische aandoeningen worden niet allemaal zonder meer geopereerd, maar een arts gaat eerst het gesprek aan wat jouw persoonlijke doelstelling is. Voor de een is dat een goede tijd kunnen hebben met de kleinkinderen, een ander wil graag weer kunnen sporten; een derde wil vooral geen pijn. Niet de door anderen bedachte aanpak is het startpunt van denken, maar de behoefte van ieder individu dat je tegenover je hebt.
7. Positief afsluiten: ontwikkeling in perspectief plaatsen
De skicursus was niet ten einde na de laatste afdaling. Maxi riep de groep bij elkaar en hield een afrondend kort praatje. Hij liet ons even terugkijken waar we twee dagen geleden stonden en waar we nu beland waren. Hij zei iets in de zin van ‘Jullie hebben allemaal stappen gezet die jullie vooraf voor onmogelijk hielden. Je hebt dingen gedaan die je daarvoor niet kon, niet durfde of niet dacht dat je die onder de knie zou krijgen.’ Hij plaatste ieder van onze ontwikkeling in perspectief door terug te kijken naar wat we geleerd hadden in de tussentijd. Ik wist dat het een valkuil van me was: ik vergat nogal eens de tussenliggende succesjes te vieren. Ik heb nogal eens de neiging me enkel te richten op de volgende uitdaging, op hetgeen ik nu nog niet kan. Het gevolg? Ik vergeet te zien en te waarderen wat ik geleerd hebt; wat ik inmiddels wél kan.
De laatste les van die dag – en van deze column – is de les om iets bewust en positief af te sluiten. En zoals de cursus eindigde, zo eindigt ook deze column. Achteraf blijft de cursus hetzelfde; maar de lessen blijken rijker doordat ik er nog eens op ben gaan reflecteren. Juist door deze column te schrijven heb ik mezelf uitgedaagd bewust terug te kijken en nog beter te waarderen wat ik allemaal de afgelopen tijd gedaan en geleerd hebt.
Met ski’s, maar ook zonder ski’s. Samen iets leren met je zoon wat je allebei vooraf niet kon: onbetaalbaar en daarom goed om bewust te waarderen. Die ervaring is nu voor altijd in ons geheugen gegrift. Of moet ik zeggen: “gecarved”?
Guido van de Wiel (Wheel Productions) is organisatiepsycholoog, (schrijf)coach en ghostwriter. Hij is onder meer verbonden aan Verdraaide organisaties en de Veranderbrigade. Vorig jaar verscheen bij Kloosterhof zijn boek Van meetbaar naar merkbaar, van duurzaam naar dierbaar. Eerder schreef hij boeken zoals Durf het verschil te maken (i.s.m. Merlijn Ballieux), Organiseren met toekomst en Innoveerkracht. www.wheelproductions.nl
Geef hieronder uw reactie op dit nieuwsitem
Nog geen reacties geplaatst