Waarom duurzamer niet duurzaam is

Actueel

wo 17 nov 2021 – Guido van de Wiel

De klimaattop in Glasgow is onlangs afgerond. Op de laatste dag weigerde India ineens de teksten over steenkool goed te keuren. Dit terwijl de meeste landen het hier wel over eens waren. Het ging op het laatst onder meer over het gebruik van een woord als ‘uitfaseren’ (phase out) tegenover de eerder in de statements gebruikte term ‘afbouwen’ (phase down).

Duurzamer is nog steeds niet duurzaam
Ik moet onwillekeurig denken aan het verschil tussen duurzaam en duurzamer. Het woord ´duurzamer´ klinkt meer impactvol dan het woord ´duurzaam´. Het is immers de overtreffende trap van duurzaam. Toch zit er ook hier een addertje onder het gras. Want duurzamer betekent dat je met één tiende minder uitstoot dat doel – duurzamer (dan voorheen) – al bereikt hebt, terwijl je in zijn geheel nog onduurzaam bezig is. Phase down zorgt op die manier voor een ´duurzamere´ wereld, zodra je op jaarbasis al één steenkooltje minder verstookt. Bij jaarlijks één briket minder is de wereld morgen duurzamer dan vandaag. Maar phase out zorgt eenvoudigweg voor een duurzame wereld. In zo’n wereld is onduurzaamheid verbannen. Althans, dat ligt natuurlijk wel aan het alternatief dat geïntroduceerd wordt, want op wat voor manier zal energie dan worden opgewekt? Dat blijft dan de grote vraag. Hoe dan ook: ´duurzaam´ is dus duurzamer dan ´duurzamer´.

Verschil tussen verbeterkracht en ontwerpkracht
Via deze semantische hoofdbrekers (phase out, phase down; duurzamer versus duurzaam) kom ik op een essentieel verschil bij de ontwikkeling van organisaties. Het verschil tussen het versterken van je verbeterkracht en je ontwerpkracht. In veel organisaties vindt sturing plaats op basis van verbeterslagen: partijen dienen duurzamer te gaan werken dan ze nu doen. Minder uitstoot, minder afval betekent echter dat er nog steeds uitstoot is, dat er nog steeds afval is. Verbeterslagen leiden hooguit tot een phase down. Bij verbeterkracht gaat het bovendien vaak om het aanbrengen van wijzigingen waarbij je de omgeving – en het ontwerp waarin de verbetering het licht ziet – hetzelfde houdt. Bij ontwerpkracht daarentegen ga je terug naar de tekentafel en maak je een nieuw design. Daarbij trek je je niet te veel aan van wat er al bestaat. Daarin kun je ook de omgeving en context die je graag wenst een plek geven. Via ontwerpkracht komt mogelijk een veel definitievere phase out – een verdwijnen van een oude structuur – in beeld.

Adaptatie- versus transformatiestrategieën
Door ontwerpkracht in te zetten in plaats van verbeterkracht geef je jezelf de ruimte om aan de bron zelf te sleutelen. Dit levert in het beste geval een nieuw en duurzaam fundament op. Dit is tevens het verschil tussen adaptatie-strategieën en transformatie-strategieën. Adaptatie staat dan voor die veranderingen waarmee je steeds weer iets beter op de omgeving raakt ingespeeld. Maar bij globale vraagstukken geldt dat wij de omgeving ook zíjn, en deze mede vormgeven. In toenemende geldt dat je de omgeving niet los kunt zien van onszelf. Pas als je de omgeving – en je eigen overtuigingen daarover – radicaal gaat wijzigen, kom je op het terrein van een transformatiestrategie.

Tesla als voorbeeld
Een voorbeeld: in een omgeving zonder elektrische laadpalen is het ondenkbaar om een vloot elektrische auto’s rond te laten rijden. Maar Tesla heeft bewezen dat je die bredere leefomgeving in korte tijd zelf ook radicaal kunt creëren. Niet alleen als idee, maar ook in werkelijkheid. Het bouwen van een nationaal en zelfs internationaal grid van oplaadstations is haalbaar gebleken. Binnen een paar jaar. Om dat te bereiken is wel de nodige ontwerpkracht nodig. Musk heeft de omgeving meegenomen als factor waar hij ook invloed op heeft. Pas dan kom je bij transformatiedenken uit: het toewerken naar een wereld die vandaag nog amper bestaat, maar die je wel kunt realiseren als we ons de moeite getroosten. In het geval van Elon Musk betekende het wel dat Tesla in 2019 al hun patenten heeft vrijgegeven. In de visie van Musk is dit een belangrijke zet in het bestrijden van klimaatverandering.

Belang van ontwerpkracht
Voor het ontstaan en uitlokken van transities is een disruptieve manier van denken nodig. Het is daarom raadzaam om juist op het belang van ontwerpkracht te hameren. Ontwerpkracht begint bij de bron. Twee voorbeelden van ontwerpkracht in de zoektocht naar een betere wereld: een eerste vorm zagen we al zo’n twintig jaar geleden bij het ‘Cradle to cradle’-denken (McDonough & Braungart, 2002). Een tweede voorbeeld is dat van Designing Regenerative Cultures van Daniel Wahl (Wahl, 2016). Zijn model  laat zien dat je je met een begrip als sustainability nog steeds onder of hooguit op de nullijn herstel bevindt. Het herstellend vermogen wordt immers nog steeds niet aangesproken. En ook een begrip als de circulaire economie, waar veel mensen de mond vol van hebben, bevindt zich nog steeds pas op de nullijn zelf; nog niet daarboven. Echt regeneratief wordt het pas als je met je ontwerpen boven de nullijn uit weet te komen. Pas als je in je ontwerp regeneratieve elementen weet in te bouwen, accommodeer je het herstellend vermogen van de aarde. Denk aan een redesign van irrigatiesystemen om onvruchtbare grond weer te laten herstellen. Denk aan het doorbreken van de cyclus van antibiotica in de veesector om jonge kalveren weer gewoon geboren te laten worden en de weilanden weer met wormpjes en insecten veerkrachtig te maken.

De wereld gaat aan verbeteraars ten onder
Terug naar Musk en de vraag welke visie hij heeft op het vrijgeven van Tesla’s patenten. In een interview legt hij uit: “Tesla Motors is opgericht om de ontwikkeling van duurzaam transport te versnellen. Als we daarbij steeds aanspraak blijven maken op onze intellectuele eigendomsrechten, handelen we op een manier die tegengesteld is aan dat doel.” Door de patenten van Tesla vrij te geven heeft hij dus de transitie naar elektrisch rijden weten te versnellen. Door deze stap konden andere automerken mee gaan doen. En en passant werd zo het kritisch aantal auto’s behaald om zo’n nieuwe technologie ook breed maatschappelijk levensvatbaar te laten zijn.

Het verbeteren van een ontwerp dat in essentie onduurzaam is, blijft onduurzaam. Een benzinemotor met een katalysator blijft een benzinemotor. Een verbetering zorgt er hooguit voor dat het systeem wat minder onduurzaam is, maar de verbetering blijft vervat in een onduurzaam systeem. Sterker nog, de verbetering houdt het bestaande systeem in stand. We hebben in deze tijd geen verbeteraars nodig, maar vernieuwers, visionairs, redesigners. Minder ´phase down´ en meer ´phase out´. Dit kunnen we alleen maar bereiken met mensen die Levensweg wezenlijk anders spelen. De wereld gaat aan verbeteraars ten onder.


Guido van de Wiel (Wheel Productions) is organisatiepsycholoog, (schrijf)coach en ghostwriter. Hij is onder meer verbonden aan Verdraaide organisaties en de Veranderbrigade. Onlangs verscheen bij Kloosterhof zijn nieuwste boek Van meetbaar naar merkbaar, van duurzaam naar dierbaarEerder schreef hij boeken zoals Durf het verschil te maken (i.s.m. Merlijn Ballieux), Organiseren met toekomst en Innoveerkracht. www.wheelproductions.nl