Op dit moment neem ik, op uitnodiging van het Letterenfonds, een maandlang deel aan een writer-in-residence-programma, twee uur ten noorden van New York.
Nu ik dit schrijf zijn we hier met een internationaal gezelschap van elf schrijvers en vertalers. Overdag werken we aan onze eigen romans, novellen, poëziebundels, andersoortige boeken en vertalingen werken. ’s Avonds is er de geweldige chef-kok Rita die voor ons kookt. Ze is er niet alleen op uit om lekker te koken, zo vertrouwde ze ons toe, maar vooral om iedereen zich thuis te laten voelen. Juist door de maaltijden die ze bereidt. Zo staan er voor morgen een variatie op knödeln op het menu, geïnspireerd door de wens van één van de Duitse deelnemers. Deze groep is een culturele smeltkroes, gevuld met uiteenlopende ervaringen die we in een gemeenschappelijk sociaal weefsel schijnbaar moeiteloos weten te spinnen met elkaar.
En ja, een maand doorbrengen met zo’n internationaal gezelschap is één grote oefening in empathie. Is het onbeschoft om te gaan eten als nog niet iedereen een bord heeft? Hoe begroeten we elkaar? Als je een vertrektijd afspreekt om met elkaar een waterval te gaan bezoeken, hoe strikt houd je je dan aan die vertrektijd? Zoveel culturen, zoveel antwoorden op deze vragen.
Tegelijkertijd ligt de denkfout op de loer om alles aan culturele verschillen op te hangen; er zijn natuurlijk ook binnen een cultuur flink wat verschillen aan te wijzen. Verschillen in karakter, in type, in voorkeuren, waarbij die voorkeuren veel meer individueel bepaald zijn. Een land is groot genoeg om – om maar een paar zijstraten te noemen – zwaarmoedige en relaxte types, arrogante en nederige exemplaren, abstracte denkers en concrete doeners, verstrooide gasten en flapuiten met bravoure, te herbergen.
Is het feit dat één man uit India niet meezingt met de groep als we aan de piano een spontane sing-a-long organiseren cultureel van aard of een individuele keuze en karaktereigenschap? Is het toeval dat juist de dame uit het Zuid-Europese Catalonië veel vuur in haar persoonlijkheid heeft?
De veelheid van mensen en voorkeuren betekent ook dat in één en dezelfde keuken sommigen ’s ochtends spek met eieren staan te bakken en anderen juist bezig zijn om in een blender een vegan spinazie-shake te bereiden.
Van die blender en de bijbehorende beeldspraak, kunnen we nog wat leren. Want juist door de veelheid van ontmoetingen te vermengen, verrijkt mijn eigen perspectief. Een simpel voorbeeld: daar waar ik fietsen vooral gezond vind, vinden sommige anderen in deze groep fietsen vooral gevaarlijk. En sommigen kunnen mogelijk niet fietsen. Dat kan. Iets wat voor Nederlanders bijna onbestaanbaar is. En terwijl bij de grens met Amerika mensen met “7 vinkjes” en een niet al te radicaal social media profiel vrij onbezorgd in de rij staan voor hun paspoortcontrole, daar geldt dat zeker niet voor iedereen.
Zo vertelt een resident me hoe zij – vanwege een nogal “activistische” inslag, aldus haar eigen woorden – alle bestanden op haar computer en telefoon verwijdert als ze de grens met Amerika over gaat. Mogelijk omdat ze zich online recentelijk nogal uitgesproken uitgesproken heeft over politieke kwesties. In haar geval vormt diezelfde grenscontrole voor haar op dit moment een flinke nagelbijter. Daar waar ik het eerst vooral onhandig vond dat zij principieel geen WhatsApp gebruikt, werp ik me na een paar dagen al op als haar buddy om haar mondeling of via Signal regelmatig een update te geven van wat er op de groepsapp gedeeld wordt aan ideeën of aan foto’s.
Ik begrijp achteraf dat het voor de organiserende residence steeds lastiger wordt om echt iedereen te accommoderen in de VS gezien het huidige politieke klimaat. Dat er inmiddels in elke groep wel mensen moeten afzeggen. Daar waar er voorheen in een residence-programma altijd ook wel een dichter of schrijver uit Iran, Afghanistan of Birma aanwezig was, daar krijgen deze mensen sinds een paar maanden eenvoudigweg geen visum meer om Amerika in te komen. Ook begreep ik van de organisatie dat een Europese queer schrijver die was toegelaten om in de winter te komen voor een vergelijkbaar residence-programma recentelijk uit eigen beweging heeft besloten de reis naar Amerika niet te maken. Nou ja, uit eigen beweging…
Ik voel me met het gezelschap waarmee ik ben een behoorlijk inclusieve groep met verschillende leeftijden, verschillende achtergronden, verschillende genderidentiteiten en verschillende leefstijlen. Maar ik realiseer me na het verhaal van de noodgedwongen afzeggingen ook dat werkelijke inclusie hier al niet meer bereikt kan worden op dit moment.
De ervaring die ik hier opdoe lijkt nog het meest op dat van een exchange program. En als ‘exchange’ te vertalen is als ‘uitwisselen’, dan zou ‘change’ kunnen worden vertaald met ‘wisselen’. Eigenlijk is dat wel een mooi werkwoord, ‘wisselen’. Wisselen om tot werkelijke verandering van binnenuit te komen. Door te wisselen – van positie, van omgeving, van rol, van culturele habitat – verrijk je jezelf en word je op een natuurlijke wijze uitgenodigd en uitgedaagd anders naar de wereld kijken. En vandaar uit ook andere dingen doen.
Ik gun vele wereldleiders, CEO’s en eigenlijk iedereen in gepolariseerde dynamieken deze vorm van ‘wisselen’. Al is er dan geen sprake van een wisseling van de macht, laat er dan in ieder geval een wisseling – en daarmee verrijking – van perspectief zijn.
Guido van de Wiel (Wheel Productions) is organisatiepsycholoog, (schrijf)coach en ghostwriter. Hij is onder meer verbonden aan de Veranderbrigade. Deze zomer is het boek The Smell of the Place (i.s.m. Merlijn Ballieux) direct op nummer 1 gekomen bij managementboek.nl. Eerder schreef hij boeken zoals Durf het verschil te maken, Van meetbaar naar merkbaar, van duurzaam naar dierbaar en Organiseren met toekomst.
www.wheelproductions.nl